Jetro, de schoonvader van Mozes, wordt door de Droezen met vrome eer behandeld. Zij geloven dat zijn graf zich aan de voeten van de Hoornen van Hittin met uitzicht over het Meer van Galilea bevindt.
Volgens een Droezen traditie had Saladin op de vooravond van zijn strijd tegen de Kruisvaarders op deze plaats een droom, waarin de engel hem een overwinning beloofde op voorwaarde dat hij na de strijd op zijn paard westwaarts zal galopperen.
Waar de hengst zou stoppen, beloofde de engel, zou hij de begraafplaats van Nebi Shu'eib (Jetro) vinden.
Toen de droom werkelijkheid werd, bouwden de Droezen een graf op die plaats, naast een rots die verondersteld wordt een voetafdruk te dragen van Nebi Shu'eib.
De Droezen bouwden het oudere deel van het bestaande bouwwerk in 1880, nadat de geestelijke leider van de gemeenschap, Sjeik Mahna Tarif van Julis, een bijeenkomst opgeroepen had om de bouw daarvan te bespreken. Een delegatie van Uqqal reisde naar Syrië en Libanon en verzamelde fondsen voor dit doel in en de plaatselijke Droezen droegen ook op grote schaal bij.
Het Graf, dat in een op een moskee-gelijkende koepelvormige zaal werd geplaatst, is de plaats van jaarlijkse bedevaarten van Droezen uit het hele land (25 -28 April).
De gebedszaal is dezelfde ruimte als het Graf, waarvan het interieur en eveneens het verhoogde graf met tapijten is bedekt.
In een zij-ruimte in het gebouw is het graf van Zippora (Sephora), de vrouw van Mozes.
