Volgens de arabische tekst boven de deuropening, werd de moskee in het jaar 1196 van Hegira, wat overeenkomt met het jaar 1781/82 CE, ingewijd, d.w.z. in de vroege jaren van het bewind van Al Jazzar Pasha in Acco.
De moskee van Ahmed Jazzar werd op ruïnes van de Kathedraal van het Heilige Kruis gebouwd. De moskee is na de heerser Al Jazzar genoemd, wat slager betekent, wegens zijn extreme wreedheid. Vandaag is de moskee als Jama El Basha (Moskee van de Pasja) bekend.
De pilaren die de met koepels afgedekte arcaden rond de binnenplaats creëren, werden uit Caesarea geplunderd; de ruimten waren bestemd voor islamitische theologiestudenten en pelgrims. Hieronder zijn grote breuken, de kelderverdieping van de Kruisvaarderskerk van de Johannieters.
De moskee is de mooiste in Galilea, binnen verfraaid met blauwe en bruine wandschilderingen, het heeft Perzische tapijten van muur tot muur. Een doos in het afgeschermde gebied boven bevat haren van de baard van Profeet Mohammed, die alleen op de27ste van de maand Ramadan aan het publiek wordt getoond.
Bij de ingang is een gelijkend koepelvormig gebouw, eigendom van de graven van Al Jazzar (†1804) en zijn geadopteerde zoon en opvolger Pasja Suleiman (†1819).