Misbruik van de Davidster door de Nazis


Een davidster, vaak geel gekleurd, werd tijdens de Holocaust door de Nazis gebruikt, als methode om Joden te identificeren, omdat het als de "Joodse Ster" werd gezien. Er werd gereist om de davidster met het woord Jude (Duits voor Jood) erop te dragen, werd een verplichting voor alle Joden boven de leeftijd van 6 in Duits-bezette gebieden vanaf 6 September 1941. In andere gebieden, werden de lokale woorden gebruikt (e.g. Juif in het Frans, Jood in het Nederlands). In het bezette Polen werden de Joden gedwongen om een witte armband met een blauwe davidster erop te dragen, maar ook een lapje op de voor en achterzijde van hun kleding.

In de Middeleeuwen werd het dragen van kleren door verschillende groepen door de wet geregeld. De gele kleur had vanaf feodale tijden een slechte betekening. Paarden die geelachtig waren werden door de hele maatschappij als waardeloos beschouwd (zoals gezien in de in onbruik geraakte uitdrukking, kerrie Fauvel, de conventionele naam van een geel paard). Alle andere kleuren werden door ridders gebruikt op hun schilden, zodat geel was overgebleven om de Joden te brandmerken.


• 717 Kalief Omar II beveelt zowel Joden als Christenen om een
  onderscheidend teken te dragen.

• 807 Perzië Abbassid Kalief Harun al-Rashid beveelt de Joden om
  een gele riem te dragen, blauw voor Christenen.

• 853 Kalief al-Mutavallil van Perzië vaardigt een geel insigne bevelschrift uit.

• 1005 Fatimid Kalief Al-Hakim beveelt de Joden in Egypte en het Land van
  Israël om bellen op hun kledingstukken te dragen en een "gouden kalf"
  (gemaakt van hout) om de hals te binden. In 1301, werden ze verplicht
  om een gele tulband te dragen.

• 1121 Een brief uit Bagdad beschrijft bevelen betreffende Joodse kleren:
  "twee gele insignes, één op het hoofddeksel en één om de hals. Voorts
  moet elke Jood om zijn hals een stukje lood met het woord "dhimmi"
  erop hangen. Hij moet ook een riem om zijn taille dragen. De vrouwen
  moeten één rode en één zwarte schoen dragen en hebbent een kleine
  bel om de hals of schoenen" (Paul Johnson, een Geschiedenis van de
  Joden, p.204).

• 1215 De Vierde Raad van Lateran geleid door Paus Innocent III (Onschuldige),
  verklaart: "Joden en Saracenen van beide geslachten, in iedere Christelijke
  provincie en ter aller tijden, zullen zich onderscheiden in de ogen van het
  publiek van andere volkeren door het karakter van hun kleding" (Canon 68).

• 1219 Paus Honorius III publiceert een vrijstelling voor de Joden van Castilla.

• 1222 Aartsbisschop van Canterbury Stephen Langton beveelt de Engelse
  Joden om een witte band te dragen, die later in geel is veranderd.

• 1228 James I beveelt de Joden van Aragon om een insigne te dragen.

• 1267 In een speciale zitting besluit het Weense gemeentebestuur
  dat de Joden een Pileum Cornutum (een kegelvormige hoodtooi,
  vaak voorkomend in vele middeleeuwse illustraties van Joden)
  moeten dragen. Deze kenmerkende dracht is een toevoegsel aan
  het gele insigne, dat de Joden al gedwongen waren te dragen.

• 1269 Frankrijk 19 Juni. Lodewijk IX gaf opdracht om alle Joden die
  in het openbaar zonder een insigne waren (AKA rouelle of roue)
  te beboeten met tien livres van zilver.

• 1274 Edward I van Engeland vaardigt een bevel uit. Het kenteken
  was een stuk geel doek in de vorm van de Tien Geboden die
  iedere Jood ouder dan zeven, boven zijn hart moest dragen.

• 1294 Erfurt: De oudste vermelding van het insigne in Duitsland.

• 1315-1326 Emir Ismael Abu-I-Walid dwingt de Joden van Granada
  om het gele insigne te dragen.

• 1321 Henry II van Castilla dwingt de Joden om het gele kenteken te dragen.

• 1415 Order van Paus Benedict XIII van Avignon dringt erop aan dat
  Joden een geel en rood insigne dragen, de mannen op hun borst,
  de vrouwen op hun voorhoofd.

• 1434 Keizer Sigismund voert het insigne bij Augsburg opnieuw in.

• 1528 De gemeenteraad van Venetië staat de beroemde arts en
  Professor Jacob Mantino ben Samuel toe om voor twee maanden
  de standaard zwarte dokters baret te dragen, in plaats van een
  Joodse gele hoed (later is de periode verlengd), op de aanbeveling
  van de Franse en Engelse ambassadeurs, pauselijke gezant, en
  andere hoogwaardigheidsbekleders die onder zijn patiënten
  konden worden gerekend.

• 1555 Paus Paul IV besluit in zijn pauselijke bul: Cum nimis absurdum,
  dat de Joden gele hoeden moeten dragen.

• 1566 Koning Sigismund II voert een wet in die Litouwse Joden vereist om gele
  hoeden en hoofddeksels te dragen. De wet werd twintig jaar later afgeschaft.

In de 20ste eeuw verschijnen de gele kentekenvoorschriften tijdens het Nazi bewind als deel van het Holocaust plan en werden aangemoedigd door het anti-Semitisme.