De cultus van St. George
Niemand weet wie de cultus van St. George introduceerde in Lydda-Diospolis of hoe.
De vroegste literaire verwijzing naar Sint George komt van Eusebius uit Caesarea wie, in 322 CE schrijft van een edel-geboren militair met een hoge rang in het Romeinse leger, die in de gevangenis werd geworpen, door vastbesloten oneens te zijn met Keizer Diocletian's vervolging van Christenen en ondanks gemarteld te zijn, weigerde zijn mening te herroepen. De volgende dag, 23 April 303, werd hij door de straten van Nicomedia gesleept en onthoofd. De vrouw van de Keizer, Alexandrië, was zo onder de indruk door de moed van de militair, dat zij zich onmiddellijk tot het Christelijke geloof bekeerde en ook ter dood gebracht werd. Ofschoon het er waarschijnlijk op lijkt dat deze "edel-geboren soldaat" en de personage die later bekend zou worden als de "Heilige George" inderdaad één en de zelfde zijn, dit veelbetekende verhaal maakt geen vermelding van de edelman's naam, geboorteland of plaats van begrafenis.
De oudste verklaringen verschijnen in de zesde eeuw en getuigen van de stad die de plaats is waar de heilige was gemarteld en waar zijn overblijfselen werden bewaard. In de reisbeschrijving van de pelgrim Theodosius, die volgens geleerden ongeveer in het jaar 530 geschreven is, lezen wij: 'In Diospolis waar St. George was gemarteld, daar is zijn lichaam en velen wonderen zijn er bewerkt' (DE situ Terrae Sanctae, CH.4, CCSL 175, 116). Dezelfde informatie wordt verstrekt in de reisbeschrijving van de anonieme pelgrim van Piacenza die Palestina in ongeveer 570 bezocht (Ps. Antoninus, Itinerarium, CH. 25, CCSL 175, 142). Aldus de zesde-eeuwse traditie getuigt op konsekwente manier van het bestaan van een kerk en een graf. Volgens de Kalender van de Kerk van Jeruzalem werd het jaarlijkse feest op 3 November gehouden: het vierde de inwijding van de kerk en de verklaring van de relikwieën (Garitte, Calendrier, 374-375).
Volgens de niet authentieke Acta Sancti Georgii ("Handelingen van St. George"), die op een zeer vroege datum geschreven zijn en verscheidene versies, welke door de Oostelijke Kerk sinds de vijfde eeuw aanvaard zijn, bekleedde George de rang van tribune in het Romeinse leger en werd door Keizer Diocletian onthoofd, daar hij zich tegen de keizer uitsprak tegen de vervolging van de Keizer van Christenen. Aldus, werd hij snel verheven als voorbeeld van moed ter verdediging van de armen, de machtelozen en het Christelijke geloof.
Sint George werd waarschijnlijk eerst in Engeland bekend gemaakt door Arculpus en Adamnan ergens gedurende de vroege achtste eeuw, wanneer de "Handelingen van St. George", die George's bezoeken aan Caerleon en Glastonbury weergeven, terwijl hij in Romeinse dienst in Engeland was, werden vertaald in Angelsaksisch (oud-engels). Toen Richard I (ook bekend als "Leeuwenhart") in 1191 en 1192 een campagne in Palestina voerde, zette hij zijn leger onder de directe bescherming van Sint George.
Vanwege zijn wijdverspreide volgelingen, in het bijzonder in het Nabije Oosten, en de vele wonderen die aan hem werden toegeschreven, werd George universeel erkend als een heilige op een of ander tijdstip na 900. In 1222, verklaarde de Synode van Oxford dat iedere 23 April een speciale viering in zijn eer zou plaatsvinden. Tegen het eind van de veertiende eeuw, was Sint George officieel erkend als de patroonheilige van Engeland.
De banner van Heilige George...het rode kruis van een martelaar op een witte achtergrond...werd aanvaard voor het uniform van de Engelse militairen en zeer goed mogelijk dat dat tijdens de regering van Richard van Leeuwenhart was. Later wordt het ook de officiele vlag van Engeland en de witte scheepsvlag van de Engelse Marine. Tijdens de veldtochten van Edward III in Frankrijk van 1345 tot 1349, wimpels sport het rode kruis op een witte achtergrond werd voor de monarch's schip bevolen en uniformen in dezelfde stijl voor de soldaten. Toen Richard II Schotland in 1385 binnenviel, droeg ieder mens onder zijn bevel de insignes van de Sint George.
De bekendheid van Sint George door heel Europa nam enorm toe met de publicatie in 1265 van Legenda Sanctorum ("Lezingen over Heiligen"), later bekend als Legenda Aurea ("Gouden Legende"), door James van Voragine. Het was dit boek dat de legende van George en de Draak populariseerde, die in het speciaal in Engeland goed ontvangen was, wegens een gelijkaardig volksverhaal die in Angelsaksische overlevering wordt gevonden.De werkelijke oorsprong van George/van de Draak legende blijft enigszins duister. Het werd eerst geregistreerd in het einde van de zesde eeuw en kan misschien een allegorie van Keizer Diocletian's vervolging van de Christenen geweest zijn. In oude teksten, is Diocletian soms verwezen als "de draak". Het verhaal kan ook een kersten versie van de Griekse legende van Perseus zijn, waarvan wordt gezegd de maagd Andromeda gered te hebben van een overzees monster in Arsuf of Jaffa, dichtbij Lydda, waar de cultus van Sint George eerst wortel aantastte rond de plaats van zijn vermeend graf.
Hoe dan ook, volgens de "Gouden Legende", openbaart het verhaal zich als volgt:
Een draak leefde eens in een meer dichtbij Silena, Libië. Hele legers hadden tegen dit woeste schepsel gevochten en waren in eeen pijnlijke nederlaag gevallen. Het monster verslond elke dag twee schapen in een tijd toen schapenvlees schaars was. In de plaatselijke dorpen, werden loten getrokken en maagden in plaats gesteld voor de schapen. In dit het land kwam Sint George. Bij het horen van het verhaal op een dag toen een prinses geofferd moest worden, maakte hij een kruisje (door de katholieken), reed ten strijde tegen het serpent, en doodde het met één enkele slag van zijn lans. George weidde toen uit met een prachtige preek en bekeerde de plaatselijke bewoners in het Christendom. Een grote beloning werd er door de koning gegeven, die George aan de armen verdeelde en reed toen weg.
De reden voor de Kerk nu om gewoonweg Sint George te vereeuwigen is omdat, hoewel hij hoogst waarschijnlijk bestond, men zo weinig op de hoogte van hem is. De meeste legenden van George zijn onderzocht en enigszins ongelooflijk van aard. De Kerk heeft nooit officieel gesteld dat deze legenden waar zijn in de letterlijke betekenis, maar maakte gebruik van hen om sommige leerstellingen te illustreren tijdens tijden toen de algemene massa meer op zijnn gemak geweest kan zijn met dergelijke verpersoonlijkingen. Zo vroeg als 496, omvat Paus Gelasius George onder de heiligen van wie de namen rechtvaardig worden gerespecteerd maar wiens acties slechts alleen aan God bekend zijn. De deugden verbonden aan Sint George...moed, eer en vastberadenheid in bescherming van het Christelijke geloof, bijvoorbeeld...blijf zo belangrijk zoals ooit. Natuurlijk, is Sint George ook aanbeden door de Kerk van Engeland, de Orthodoxe Kerken en door de Kerken van het Nabije Oosten en Ethiopië.Het zogenaamde graf van Sint George kan in Lod, ten zuidoosten van Tel Aviv, nog bekeken worden.