Hebron (Al-Khalil in het Arabisch)


Hebron, gevestigd 32 km ten zuiden van Jeruzalem in de Judea Heuvels, ligt tussen 870 en 1020 meters boven de zeespiegel. De stad is gebouwd op verscheidene heuvels en wadis. De maandelijkse gemiddelde temperaturen van Hebron zijn lager dan die van Jeruzalem.

Hebron is één van de vier heilige steden voor de Joden. Het is de tweede-heiligste plaats na Jeruzalem; de andere steden zijn Tiberias en Zefat. Zowat 3600 jaar geleden was Hebron een Kna'anietische stad, Kiryat Arba (Joshua14:15). De naam "Kiryat Arba" (letterlijk "dorp van vier") is een profetische illusie gewijd aan de vier paren die daar begraven werden: Adam en Eva, Abraham en Sara, Isaak en Rebecca, en Jacob en Lea.

Ongeveer in deze tijd sloegen Abraham en Sara hun tent op bij de Eiken in Mamre. Toen Sara in Hebron stierf kocht Abraham van Efron de Hethiet een gebied en een grot in Mamre, Grot van Machpela, waar hij zijn vrouw Sara begroef. "Ik geef de prijs van het veld; neem die van mij aan, opdat ik mijn dode daar begrave. En Efron antwoordde Abraham en zeide tot hem... een stuk land van vierhonderd sikkelen zilver... en Abraham woog aan Efron het geld af..." (Gen 23:13-16).

Het Hebreeuwse woord Hebron is verwant met het Hebreeuwse woord voor "verbinding" -: "hibur" - zinspelend op het feit dat patriarchen en matriarchen samen verenigd zijn op dezelfde begraafplaats. Anderen verklaren dat het woord is afgeleid van het Hebreeuwse woord voor "vriend" ("haver"), een beschrijving voor Patriarch Abraham, die als een vriend van God werd beschouwd. Het Arabische "al-Khalil" – betekent letterlijk de "Vriend van Abraham".

Koning David vestigde Hebron als zijn eerste hoofdstad; daar regeerde Koning David. "In Hebron heeft hij zeven jaar en zes maanden geregeerd over Juda, en in Jeruzalem regeerde hij drieëndertig jaar over geheel Israël en Judah" (2 Samuel 5:5). In Hebron verhoogde zijn zoon Absalom de rebellie (2 Samuel 5 en 15). Hoham, de Koning van Hebron, werd door Joshua bij de slag van Ayalon gedood tijdens de verovering van Kna'an (Joshua 10:3).

De Hasmonaiet Johannes Hyrcanus veroverde de stad aan het eind van de tweede eeuw BCE. Tijdens de eerste Joodse Opstand tegen de Romeinen veroverden de Joden het, alleen om het later, toen de Romeinen het plat brandden, te verliezen.

De Byzantijnen richtten een kerk op boven het graf van de patriarchen. Het werd een districtshoofdstad onder de Mameluken. In 1266 verordende men dat de Joden de Grot van Machpela niet mochten ingaan en dit besluit werd strikt gehouden tot de 20ste eeuw. De Joden werden niet voorbij de zevende traptree buiten het gebouw toegestaan.

In 1929 werd de Joodse gemeenschap van Hebron letterlijk in een paar uur in een pogrom gedecimeerd.