Diamant - de vier C's


De vier C’s
Met behulp van hoogtechnologische apparatuur controleren de laboranten elke diamant op zijn vier belangrijkste kenmerken. Die staan bekend als de vier C’s, afkomstig van de Engelse termen Carat (gewicht), Clarity (zuiverheid), Colour (kleur) en Cut (het maaksel). Zowel de kleur, de zuiverheid als het maaksel van elke steen worden door verscheidene laboranten, onafhankelijk van elkaar, onderzocht. In de meeste gevallen stemmen hun beoordelingen overeen. Is dat niet het geval, dan wordt de diamant opnieuw op die eigenschappen gecontroleerd en geeft de beoordeling van de meest ervaren laborant de doorslag.


Is het wel een echte?
Eerst en vooral wordt de diamant op verschillende manieren gecontroleerd op zijn echtheid. Dat gebeurt met een apparaat dat de warmtegeleiding meet. De steen wordt ook geschud in een poeder met hardheidsgraad 9,9. Als de steen niet bekrast is, kan met ervan uitgaan dat het om een diamant (hardheidsgraad 10) gaat. In de praktijk gebeurt het zelden dat er een steen wordt aangeboden die geen echte diamant blijkt te zijn. Ook kleinere steentjes komen weinig aan bod. Daarvoor is de kostprijs van het onderzoek (ongeveer 75 EUR per karaat) te hoog in verhouding tot de verkoopwaarde. Heel af en toe ontdekt men een bewerkte of synthetische diamant. Nadat de steen volledig is onderzocht en een certificaat gekregen heeft, kan hij op verzoek verzegeld worden in een plastic houdertje, waarin ook een microfoto van het certificaat wordt verwerkt. Op die manier ziet men altijd of de juiste steen wel bij het juiste certificaat zit.


Wanneer de diamant wordt aangeboden aan de receptie van het certificatenbureau, wordt hij onmiddellijk gewogen op een speciale weegschaal, tot op een honderdduizendste van een gram nauwkeurig. Het gewicht wordt dan omgezet in karaat en afgerond tot vijf cijfers na de komma. Op het uiteindelijke certificaat staat het gewicht in karaat vermeld tot twee cijfers na de komma, zoals de gewoonte is in de diamantwereld. De term karaat is ontleend aan de Latijnse naam van de johannesbroodboom, de Ceratonia siliqua. De zaden van de vrucht van die boom wegen altijd tussen 197 en 216 milligram. Al van in de Oudheid werden deze pitten als gewichtseenheid gebruikt. Pas in het begin van de twintigste eeuw werd de metrieke karaat internationaal vastgesteld op 0,2 gram.


Clarity
De zuiverheid van de steen is afhankelijk van de grootte en het aantal van de insluitsels die zich in de afgewerkte diamant bevinden. Dat wordt door verscheidene laboranten onderzocht met speciale microscopen die tot 25 keer vergroten. Maar het is toch het onderzoek met de gewone loep die tienmaal vergroot, dat geldt als norm. Een diamant is “loepzuiver” wanneer een expert met deze loep onder gestandaardiseerd kunstlicht geen interne kenmerken kan onderscheiden. Ontdekt de laborant met de loep toch één of meer insluitsels, dan krijgt de steen een andere stempel: van VVS (bijzonder kleine insluitsels) over VS (heel kleine uitsluitsels) via SI (kleine uitsluitsels) tot P (of Piqué, insluitsels die door een kenner ook met het blote oog kunnen worden waargenomen). Hoe zuiverder de steen, hoe meer hij opbrengt.


Colour
Negentig procent van de geslepen diamanten heeft een geelachtige basiskleur. De exacte kleur wordt met het blote oog bepaald aan de hand van een reeks “masterstones” (ijkstenen). De steen wordt in een open doosje met een witte ondergrond tussen de ijkstenen gelegd tot de laborant, die de diamanten door de onderkant bekijkt, de gelijkende kleur gevonden heeft. De kleuren variëren van “exeptional white +” (uitzonderlijk wit +, dat als de beste kleur wordt beschouwd) tot “tinted colour” (de minst interessante kleurschakering). Ze krijgen ook een alfabetische quotering, met D als beste kleur en Z als slechtste. Omdat dit vergelijkend werk zeer vermoeiend is voor de ogen, mag een laborant zich maximaal één kwartier met deze taak bezighouden. Natuurlijk gekleurde diamanten of fancy’s worden niet vergeleken met ijkstenen, maar met speciale kleurkaarten. Voor deze stenen wordt een apart kleurencertificaat uitgereikt, op voorwaarde dat de diamant niet “behandeld” is.


De cut of het maaksel is afhankelijk van de expertise van de slijper. Met een speciaal computerprogramma én met de loep worden de afwerkingsgraad en de verhoudingen van de diamant beoordeeld. De steen wordt volledig uitgemeen. Is hij wel symmetrisch? Staan alle facetten juist ten opzichte van elkaar? Dat is heel belangrijk voor de schittering van de steen. Als bepaalde verhoudingen niet optimaal zijn, en we spreken hier over tienden van millimeters, kunnen er ongewenste visuele effecten optreden.