Apollonia (Arsuf)


Apollonia-Arsuf ligt aan de Middellandse Zeekust op een klip die uitkijkt op een natuurlijke ankerplaats tussen Jaffa en Caesarea.

kruisvaardersfort Apollonia-Arsuf Israel Reisgids - Apollonia (Arsuf) Israel Reisgids - Apollonia (Arsuf) Israel Reisgids - Apollonia (Arsuf) Israel, Reizen, Reisgids, Vakantie, Apollonia, Arsuf Israel, Reizen, Reisgids, Vakantie, Apollonia, Arsuf Israel, Reizen, Reisgids, Vakantie, Apollonia, Arsuf Israel, Reizen, Reisgids, Vakantie, Apollonia, Arsuf


Arsuf werd in de 6de of 5de eeuw BCE gevestigd, en Arsuf genoemd (de naam komt van Reshef, de Kanaänitische - Fenicische god van de vruchtbaarheid en de onderwereld). Vanaf het eind van de Hellenistische periode werd het het voornaamste commerciele en industriele centrum van de zuidelijke Sharonvlakte; het werd Apollonia herdoopt, daar de Grieken Reshef met Apollo identificeerde. Josephus Flavius vermeldt Apollonia in zijn lijst van steden, die onder Alexander Yanneus aan de Joden behoorde. Arsuf groeide in grootte als resultaat van de purper kleurstof, wat naar het Romeinse Imperium verscheept werd. Het was een belangrijke nederzetting tussen Jaffa en Caesarea langs de Via Maris. In de 5de en 6de eeuw CE (Byzantijnse periode) was het, na Caesarea, de tweede grootste stad in de Sharonvallei, bewoond door Christenen en Samaritanen. Zij hadden een bloeiende glasindustrie. In 640 CE werd de stad door Moslims veroverd en kreeg het de naam Arsuf terug; de stad viel in verval.

In 1101 viel Arsuf in handen van een Kruisvaardersleger, wat door Boudewijn I van Jeruzalem geleid werd. De Kruisvaarders, die het Arsur noemden, herbouwden de muren van de stad en benoemden de Lord van Arsur in het Koninkrijk van Jeruzalem. In 1187 werd Arsuf door de Moslims veroverd, maar viel na een strijd tussen Richard I van Engeland en Saladin, op 7 September 1191, opnieuw toe aan de Kruisvaarders.



Johannes van Ibelin, de Lord van Beiroet (1177-1236) werd in 1207 Lord van Arsur, toen hij Melisende van Arsur huwde (geboren ±1170). Hun zoon Johannes van Arsur ( ±1211-1258) erfde de titel. De titel ging toen over naar Balian, de oudste zoon van Johannes (1239-1277). Hij bouwde nieuwe muren, de grote vesting en een nieuwe haven (1241). Van 1261, werd de stad door de Hospitaler ridders geleid.

In 1265 veroverde sultan Baibars, vorst van de Mamluks, Arsur na 40 dagen van belegering. De Mamluks maakte de stadsmuren en de vesting totaan hun fundering met de grond gelijk, daar ze een terugkeer van de Kruisvaarders vreesden. De vernietiging was zo volledig dat de plaats sindsdien niet opnieuw is bewoond.