Kibboets Ketura

Ketura ligt 50 kilometers ten noorden van Eilat, in de zuidelijke Arava. Met de auto duurt de reis ongeveer 2 1/2 uur van Be'er Sheva, 3 1/2 uur van Jeruzalem en 4 uur van Tel Aviv. Aangezien de leden van deze kibboets geen eigen auto's bezitten, en de kibboets zelf weinig auto's heeft, worden de meeste reizen buiten het gebied met huurauto, vliegtuig of bus gedaan.

Ketura werd door een kleine groep jonge Noord Amerikanen opgericht, die de "Jeugd van Judea jaar-in-Israël Cursus" hadden doorlopen, aan het eind van de Yom Kippur Oorlog in November 1973. De eerste jaren van het bestaan van de kibboets werden door grote moeilijkheden en frustraties gemerkt, die er toe leidden dat veel van de stichters vertrokken. In de loop der tijden werden andere Judea jongeren, een verscheidenheid van immigranten en gediplomeerden van de Israëlische Padvinders beweging lid van de kerngroep die overbleef. Aangezien Ketura groeide werd een stabielere levensstijl gecreëerd en de leden begonnen kinderen groot te brengen hier in hun nieuw tehuis.

Vandaag is Ketura tot de tweede grootste nederzetting in het gebied uitgegroeid, met 140 leden en kandidaten en meer dan 147 kinderen. Eén derde van de leden zijn geboren Israëliërs; de meerderheid van de immigranten komen uit Engelstalige landen, met een kleiner aantal van Europeanen en de vroegere USSR.

Tot een paar jaar geleden waren landbouw en salarissen van buitenaf de economische pijlers van Ketura. Vandaag ligt de nadruk op creatieve economische ideeën en ondernemerschap op elk gebied waar iemand belangstelling voor heeft. Dit heeft een grote verscheidenheid van interessante werkgelegenheid gecreeerd met goede, stabiele inkomens.



Cultivering van Midden Oosterse Geneeskrachtige Planten in Kibboets Ketura

Door zijn Arava Instituut voor Milieustudies (AIES) en als lid van de Groene Kibboets beweging, heeft Ketura de weg geplaveid voor de organische landbouw, experimentele boomgaarden en aanplantingen aangelegd en het is op diet moment een belangrijk centrum voor onderzoek en ontwikkeling van nieuwe gewassen in Israël.

Dr. Elaine Solowey, directeur van plant onderzoek programma's in Ketura, is een internationaal bekende tuinder en is deskundige op het gebied van droog land cultivering en duurzame akkerbouw. Als adviseur voor NMRU een belangrijke rol in het vestigen van het MEMP ontginnings programma in Ketura, dat zich momenteel bezig houdt met:

  •  In stand houden, muteren en veredelen van originele plantensoorten
     van lokale wilde geneeskrachtige plant.
  •  Op nieuw introduceren van plaatselijke uitgestorven geneeskrachtige
     soorten die zich vroeger in het gebied gevonden.
  •  Verstrekken van ruw planten materiaal voor het wetenschappelijke
     testen van de cultuurplaats zonder vrije natuur bronnen uit te putten.

De plantages bij Ketura bestrijken verscheidene dunams van land en bevatten meer dan 50 variëteiten van organisch gecultiveerde geneeskrachtige planten, struiken en bomen, inclusief:

  •  Zeldzame en bedreigde planten van de woestijn gebieden van Israël,
     in het bijzonder traditioneel gebruikte soorten als tonicums voor anti-infectie,
     anti-aging, hart problemen en leverziekten.
  •  Aromatische soorten die vaak als kruiden en theeën worden gebruikt; met
     inbegrip van salie, kamille, valeriaan, dille, enz.
  •  Zeldzame planten en bomen uit andere gebieden in het Midden Oosten,
     b.v. Noord- Afrika, Jemen, Jordanië, Saudi-Arabië, Iran, enz. en met inbegrip
     van hoogst geneeskrachtige Argania en Merula bomen.



Verloren gegane Bijbelse Soorten

Voor meer dan 3000 jaar was Israël de plaats voor het cultiveren van verscheidene exotische soorten, gebruikt in de productie van Bijbels wierook, smeer olie, evenals parfums en geneesmiddelen.

Sommige van deze soorten zijn oa. de Boswellia bomen, die gebruikt werden om wierookhars te maken, Commiphora soorten, gebruikt in het vervaardigen van mirre en de Opobalsumum boom die wordt verondersteld de bron te zijn van de waardevolle Balsem van Gilead. Deze bomen waren inheems op het Arabische schiereiland, maar werden in oud Israël geïntroduceerd, volgens een legende, door zaden die de Koningin van Sheba aan Koning Solomon werden gegeven.

Zowat 800 jaar geleden, tijdens de periode van de Kruisvaarders, verdwenen tenslotte deze waardevolle aanplantingen; hoewel hun bestaan op leeft in populaire folklore, terwijl in sommige gevallen hun nauwkeurige plaatsen aan de Dode Zee in archeologische opgravingen aan het licht zijn gebracht.

NMRU probeert momenteel om deze waardevolle soorten zowel in Kibboets Ketura als in Kibboets Ein Gedi opnieuw te introduceren zodat aanplantingen nogmaals zullen bloeien zoals zij duizend jaar geleden deden.